KOETJE BOE
Bobbejaan Schoepen (Belgium)
Aan de kant van de sloot daar stond eens een koe
Aan de andere kant een paard
Ze sloegen zo, te stampen hoor
Naar de vliegen met hun staart
Maar die koe was verliefd op dat mooie paard
Ze bloosde als hij keek
Een rilling liep haar langs de rug
Zij was geheel van streek
Toen die koe haar kop verloor
Zongen de kikkertjes in koor
Koetje boe, koetje boe, koetje boe boe boe
Vergeet het maar gerust
Wist jij niet dat je buurman paard nooit bonte koeien kust
Koetje boe, koetje boe, koetje boe boe boe
Vergeet het alsjeblieft
Jouw lieveling met die lange staart wordt nooit op jou verliefd
Al zou je willen, haha
Al stond je te gillen
Hij kijkt je met z'n rug niet aan
Z'n merrie laat hem vast niet gaan
Koetje boe, koetje boe, koetje boe boe boe
Vergeet het alsjeblieft
Jouw lieveling met die lange staart wordt nooit op jou verliefd
Maar geen tien meter verder daar stond een heer
Z'n achternaam was stier
Hij stikte haast van jaloezie
En riep 'wat is dat hier'
Denk je dat je me zomaar bedriegen kunt
Met onze buurman paard
Voor straf leg ik jou, domme koe
Drie knopen in je staart
En het paard keek er eens naar
Ze zongen daarna met elkaar
Hé koetje boe, koetje boe, koetje boe boe boe
Vergeet het maar gerust
Wist jij niet dat je buurman paard nooit bonte koeien kust
Koetje boe, koetje boe, koetje boe boe boe
Vergeet het alsjeblieft
Jouw lieveling met die lange staart wordt nooit op jou verliefd
Al zou je willen, haha
Al stond je te gillen
Hij kijkt je met z'n rug niet aan
Z'n merrie laat hem vast niet gaan
Koetje boe, koetje boe, koetje boe boe boe
Vergeet het alsjeblieft
Jouw lieveling met die lange staart wordt nooit op jou verliefd